Last Projects

Research Report

Rietveld, N. (2024). Een goede loopbaanstart door een goede landing. Inzicht in werkbare componenten van transitieprogramma’s op basis van ervaringen, wensen en behoeften van essentiële professionals in hun eerste loopbaanfase. Rotterdam: Hogeschool Rotterdam, Kenniscentrum Zorginnovatie.

Doelstelling

Dit onderzoek heeft als doel inzicht te krijgen in dat wat nodig is om de eerste loopbaanfase zo positief mogelijk te laten verlopen, en in (contextuele) factoren die bijdragen aan positieve transitie-ervaringen, volgens zowel start- als vakbekwame professionals. Het onderzoek heeft niet als doel bestaande programma’s of trajecten te evalueren of effecten op verloop te toetsen. Wel hopen we op basis van de resultaten uit het onderzoek uitspraken te kunnen doen over de belangrijkste uitgangspunten voor een goede landing en voor het verkleinen van de kans op het vroegtijdig verlaten van de organisatie (of zelfs het beroep) door pas-gediplomeerden.

Leeswijzer

In het eerste hoofdstuk wordt aandacht besteed aan de eerste theorieën over transitie-ervaringen van pas-gediplomeerde verpleegkundigen en is aandacht voor onderzoek over mentale weerbaarheid bij politiemensen. Vervolgens wordt onderzoeksliteratuur behandeld over vertrekredenen van pas-gediplomeerde professionals in de zorg en bij de politieorganisatie en wordt beschreven hoe de eerste loopbaanfase kan bijdragen aan het voorkomen van vroegtijdig vertrek, alsook welke ondersteuning nodig is om een transitie-fase succesvol te kunnen laten verlopen en voor positieve transitie-ervaringen. Hoofdstuk 2 staat in het teken van de verantwoording van de aanpak van het empirische onderzoek en in hoofdstuk 3 en 4 worden de onderzoekresultaten uit het kwalitatieve en kwantitatieve onderzoek beschreven, voor respectievelijk de zorg- en de politieorganisatie en in chronologische volgorde van de deelvragen. In Hoofstuk 5 komen de bevindingen uit de onderzoeksliteratuur en het empirische onderzoek samen en worden de hoofdvraag en deelvragen beantwoord (conclusie). Tevens wordt gereflecteerd op de kwaliteit van het onderzoek (discussie). In het laatste hoofdstuk worden aanbevelingen geformuleerd voor de zorgsector en de politieorganisatie (hoofdstuk 6).

Zie ook: Inspiratiegids pagina 12/14 Transvorm

Lectoraat Arbeid en Gezondheid, Kenniscentrum Zorginnovatie van de Hogeschool Rotterdam

Research Paper

Rietveld, N., Moelker, R., & Bakx, G. (2021). Als alleen reguliere hulpverlening niet lijkt te helpen. Een literatuurstudie en casestudie over ervaringen van getraumatiseerde veteranen met door paarden ondersteunde interventies. Breda: Nederlandse Defensie Academie.

Doelstelling

Op basis van theorie over paardengedrag, de internationale onderzoeksliteratuur over EAI en het empirische onderzoek over ervaringen van militair- en politieveteranen bij Stal Mansour (casestudie), kan de internationale, maar vooral ook de Nederlandse onderzoeksliteratuur over EAI worden aangevuld en verdiept. Door het onderzoek kan bovendien ook de inrichting van het huidige programma van Stal Mansour, de begeleiding daarbij, het aanbod van EAI, alsook initiatieven elders in Nederland worden verbeterd en geprofessionaliseerd.

Leeswijzer 

In hoofdstuk 2 besteden we op basis van de onderzoeksliteratuur en theorieën aandacht aan de therapeutische waarde van EAI. Wat is er nodig om het paard van waarde te kunnen laten zijn voor veranderingen in het welzijn en dagelijks functioneren van de getraumatiseerde veteraan? Waar moet het programma en moet de begeleiding daarbinnen aan voldoen om resultaten te kunnen boeken?

In hoofdstuk 3 wordt op basis van een systematische analyse de internationale onderzoeksliteratuur beschreven die gaat over de verschillende initiatieven waarbij interventies met paarden plaatsvinden en die als doel hebben het welzijn en dagelijks functioneren van veteranen met PTSS te verbeteren. Beschreven wordt welke effecten er geboekt worden met EAI.

In hoofdstuk 4 behandelen we de casestudie en beschrijven we resultaten uit de interviews en enquêtes en daarmee de ervaringen van veteranen die deelnamen aan EAI bij Stal Mansour.

In hoofdstuk 5 hebben we de inzichten uit hoofdstuk 2 tot en met 4 in een eindconclusie samengevat en hebben we enkele adviezen geformuleerd over de inrichting van een programma met EAI, waar begeleiding van dergelijke programma’s voor veteranen met PTSS aan moeten voldoen en op welke manier onderzoek naar effecten van EAI mogelijk is.

Zie ook: Onderzoekswijzer pag. 88, Nederlands Veteranen Instituut

Nederlandse Defensie Academie en Karel Doorman Fonds

Boek

Rietveld, N. (2015). Voorkomen is beter dan genezen. Geestelijke gezondheid van militairen en politiemensen: risico’s en beschermende factoren. Apeldoorn: Politieacademie.

Doelstelling

Het doel van het onderzoek is om op basis van een systematische literatuurstudie concrete aandachtspunten te formuleren die voor alle functionarissen die bij politie en krijgsmacht verantwoordelijk zijn voor training, opleiding en vorming als uitgangspunt kunnen dienen om bestaande cursussen, trainingen, opleidingen en vorming tegen het licht te houden en – waar nodig – te verbeteren en te vernieuwen. Het gaat dan bijvoorbeeld om het herkennen en onderscheiden van situaties en omstandigheden tijdens het werk die een risico vormen voor de geestelijke gezondheid, het vroegtijdig signaleren van stressreacties en geestelijke gezondheidsproblemen en het nemen van maatregelen om de kans op (ernstige) geestelijke gezondheidsproblemen te minimaliseren, waaronder door het versterken van beschermende factoren. Deze studie beperkt zich tot aandacht voor training, opleiding en vorming. Aspecten die specifiek betrekking hebben op werving en selectie vallen buiten het domein van dit onderzoek.

Onderzoeksvragen

  1. Wat leert onderzoek ons over de aard van levensbedreigende werksituaties die een risico vormen voor de geestelijke gezondheid van militairen en politiemensen?
  2. Wat leert onderzoek ons over de aard van niet-levensbedreigende werksituaties die een risico vormen voor de geestelijke gezondheid van militairen en politiemensen?
  3. Wat leert onderzoek ons over de factoren die beschermend zijn voor de geestelijke gezondheid van militairen en politiemensen en over de manier waarop zij de geestelijke gezondheid beschermen?
  4. Welke aandachtspunten kunnen we formuleren en welke thema’s zouden een plaats moeten krijgen in training, opleiding en vorming van militairen en politiemensen in de voorbereiding op en in de ondersteuning van hun werk in binnen en buitenland?

Nederlandse Defensie Academie, Nederlands Veteraneninstituut, Stichting WEP en Politieacademie